K-waarde berekenen

Benadering doorlatendheid op basis van korrelverdeling

Behalve door middel van de constant-head en falling-head methodes, is het ook mogelijk om de doorlatendheid bij benadering te berekenen in correlatie tot een korrelgrootteverdeling. Voor deze benadering kan gebruik gemaakt worden van verschillende correlatieve en empirische methodes. Geolab Wiertsema gebruikt zeven verschillende methodes, waarvan zes gebruik maken van alleen een korrelgrootteverdeling;  Hazen’s, Beyer’s, Den Rooijen’s, Grontmij’s, Shepard’s en de Seelheim methode. De zevende methode, de ‘Ernst’ methode, maakt, naast de korrelgrootteverdeling, ook specifiek gebruik van het U-16 getal, het slibgehalte en de sortering van het gebruikte materiaal.

Voor al deze methodes geldt de benaderingen aanzienlijk minder nauwkeurig worden indien de spreiding van de korrelgrootte significant is of wanneer er teveel silt en lutum aanwezig is in het materiaal; dit kan namelijk een duidelijke verlaging in doorlatendheid veroorzaken.