Falling Head

Voor het onderzoeken van de waterdoorlatendheid van slecht doorlatende (fijnkorrelige) gronden, wordt de falling-head methode toegepast. De hoeveelheid water dat door deze gronden, zoals klei en veen, stroomt, is in de meeste gevallen zeer klein. Tijdens de proef wordt een klein, volledig verzadigd grondmonster in een container geplaatst met daarboven een buret, welke tot een specifiek niveau is gevuld met water. De tijd die nodig is voor een bepaalde hoeveelheid water om door het monster te stromen wordt gemeten en vervolgens gebruikt om de doorlatendheidscoëfficiënt te berekenen. 


 


Uw contactpersoon

Johann van der Kaap

Johann van der Kaap

Hoofd Laboratorium
Button