Akoestisch doormeten

Akoestisch doormeten van aangebrachte funderingspalen, ook wel ‘hamertje tik’ genoemd, is een snelle en economische manier om de integriteit van palen te controleren. 

Op het gebied van paalfundaties is voldoende expertise in Nederland. Toch komt het in een beperkt aantal gevallen voor dat er wat mis gaat. Akoestisch doormeten van prefab of in de grond gevormde funderingspalen is een snelle en economische wijze om de integriteit van palen te controleren, nadat deze zijn aangebracht. De resultaten van de metingen worden binnen een werkdag aan de klant gerapporteerd. Wiertsema & Partners voert sinds 1988 akoestische metingen uit ter controle van diverse typen funderingspalen. Op jaarbasis meten wij voor diverse opdrachtgevers circa 35.000 palen door. Wij voeren de werkzaamheden uit in overeenstemming met CUR aanbeveling 109 “akoestisch doormeten van funderingspalen. Vanuit onze ervaring zijn wij in staat om als onafhankelijke partij een gedegen uitspraak te doen over de integriteit van funderingspalen.

Meetmethode
Een akoestische meting wordt uitgevoerd met het geven van een klap op een betonpaal met een kunststof hamer. Waarbij eveneens een versnellingsopnemer op de paal wordt geplaatst. De hierdoor opgewekte compressiegolf zal de paal in de lengterichting doorlopen met een snelheid die afhankelijk is van de elasticiteitsmodulus en dichtheid van de betonpaal. Deze golf wordt gereflecteerd door discontinuïteiten in de paaldoorsnede en/ of door de paalpunt, maar ook de bodemopbouw speelt hierbij een rol. Het verloop van de opgewekte compressiegolf wordt op de paalkop gemeten met een versnellingsopnemer. En wordt digitaal opgeslagen in een veldcomputer. De gemeten versnelling wordt in de veldcomputer omgezet en weergegeven in een grafiek.

Analyse resultaten en rapportage
De interpretatie van het meetresultaat vereist deskundig personeel. Kennis van de bodemgesteldheid en wijze van paalvervaardiging is hierbij van belang. De veldmetingen worden op ons kantoor in Tolbert ingelezen en met elkaar vergeleken om inzicht te krijgen in de mogelijke aanwezigheid van afwijkend gedrag. Dit afwijkend gedrag kan meerdere oorzaken hebben: een kopverstoring, een breuk van de paal, grindnesten en een verdikking of een verjonging van de paaldiameter. Palen met afwijkende meetsignalen worden vervolgens nader geanalyseerd. Indien een tekortkoming is vastgesteld, wil dat nog niet zeggen dat de paal niet bruikbaar is voor de fundering. In deze gevallen wordt geadviseerd om aanvullend onderzoek uit te voeren. Als bij analyse van de meetsignalen een kopverstoring is vastgesteld, wordt de paal na snellen nogmaals doorgemeten. Tevens kunnen de resultaten aanleiding geven om de paal enkele m’s vrij te graven en visueel te inspecteren. Palen met beperkte scheurvorming worden proefbelast en opnieuw doorgemeten om beter inzicht te krijgen in de mate van scheurvorming. Deze aanvullende resultaten worden meegenomen in de eindbeoordeling. De uiteindelijke bevindingen en meetresultaten worden vastgelegd in een schriftelijke rapportage.